Er is een “ware industrie ontstaan rond mensen met schulden, een industrie vol wanprestaties en zelfs fraude”, aldus het Rotterdamse PvdA-raadslid Sarah Reitema in De Havenloods. Met name bewindvoerders krijgen van haar een rode kaart toegespeeld. Daar is “veel mis”, stelt Reitema. De onderbouwing van deze forse uitspraak blijft niettemin beperkt tot één malafide bewindvoerder die recent tegen de lamp is gelopen en verder vooral veel vermoedens. Daarmee maakt Reitema een hele beroepsgroep zwart, die zich dag en nacht inzetten om kwetsbare mensen te beschermen.
Er zijn zo’n driehonderdduizend Nederlanders die het niet lukt om op eigen kracht de financiële administratie op orde te houden. In het overgrote merendeel gaat het om mensen met een fysieke en/of mentale beperking die langdurig of zelfs levenslang ondersteuning nodig hebben. In zo’n situatie kan een rechter besluiten om iemand onder een beschermingsbewind te laten vallen. Dat is een hele heftige maatregel, omdat mensen dan niet meer over hun eigen bankrekening kunnen beschikken.
De rechter benoemt de bewindvoerder, doorgaans één van de circa 1.700 erkende professionele bewindvoerders die onder meer zijn getoetst aan opleidingseisen. De rechter controleert bovendien ieder jaar of een bewindvoerder haar of zijn werk goed doet. Als iemand een klacht heeft over een bewindvoerder kan dat ook bij de rechtbank worden gemeld.
Het kan bij deze kwetsbare doelgroep ook voorkomen dat mensen met problematische schulden zitten, maar dat is zelden een zelfstandige reden om een beschermingsbewind toe te wijzen. Bewindvoerders zijn dan ook géén schuldhulpverleners en maken geen onderdeel uit van de ‘schuldenindustrie’ die door Reitema onder vuur wordt genomen. Een bewindvoerder zorgt voor de administratie, niets meer en niets minder. Indien mogelijk kan een bewindvoerder er wel voor zorgen dat iemand doorstroomt naar de schuldhulpverlening. Daarom werken gemeenten en bewindvoerders doorgaans goed samen en leggen zij onderlinge afspraken vast in een convenant. Ook in Rotterdam is dat zo geregeld.
Helaas kan dit niet altijd voorkomen dat een bewindvoerder opeens misbruik gaat maken van haar of zijn vertrouwenspositie of zelfs willens en wetens de boel flest. Gelukkig komt dat weinig voor en besluiten rechters zo’n vijf tot tien keer per jaar om een bewindvoerder te ontslaan. Dat betekent dat iemand daarna geen nieuwe benoeming meer kan krijgen.
Natuurlijk is iedere kwaadwillende bewindvoerder er één te veel, maar het beeld dat Renkema schetst alsof bewindvoerders aan de lopende band de boel belazeren, is echt flauwekul. Ook de bewindvoerder waar Reitema naar verwijst, die overigens maar één Rotterdamse cliënt had, is betrapt en ontslagen.
De toegevoegde waarde van een openbare lijst met goed en slecht functionerende bewindvoerders zien we dan ook niet meteen, omdat Nederlandse rechters alleen bewindvoerders kiezen waar geen vinkje achter staat. Wie volgens de rechtbank slecht functioneert, komt helemaal niet in aanmerking om als bewindvoerder benoemd te worden. Gelukkig is ook de Rotterdamse cliënt in deze casus nu in vertrouwde handen bij een hele goede bewindvoerder.
Voor ieder voorstel om het toezicht nog beter te maken, staan wij open. Ook werken wij als brancheorganisaties voor bewindvoerders aan een soort fonds waar mensen terechtkunnen die het slachtoffer zijn geworden van een malafide bewindvoerder die bij ons was aangesloten. Vanzelfsprekend wordt zo’n bewindvoerder door ons meteen als lid geschrapt. Daarmee kunnen we niet volledig voorkomen dat een bewindvoerder ooit de verkeerde afslag neemt, maar dat geldt ook voor notarissen, bankmensen, penningmeesters en anderen die over het geld van anderen kunnen beschikken.
Reitema heeft nu een meldpunt geopend waar mensen terechtkunnen die denken dat zij niet goed geholpen worden door hun bewindvoerder. Dat meldpunt is er al: de rechtbank. De voorbeelden die Reitsma noemt van slecht functionerende bewindvoerders zijn voldoende reden om bij de kantonrechter een klacht in te dienen. Die zal vervolgens tenminste een pittig gesprek hebben met de bewindvoerder en kan zelfs besluiten om een bewindvoerder te ontslaan. Dat is ook in deze casus gebeurd.
Natuurlijk is er niets mis met een aanvullend meldpunt. Wij gaan graag met Reitema in gesprek over de eventuele meldingen die zij ontvangt. Bij misstanden kan Reitema mensen ook dringend adviseren om meteen een klacht in te dienen bij de rechtbank of er zelf melding van maken. Hoe sneller een rechter van mogelijke fraude op de hoogte is, hoe beter.
Kwetsbare mensen hebben recht op zorgvuldige, bekwame en betrouwbare ondersteuning van bewindvoerders. Dat zijn wij volledig met Sarah Reitema eens.